Uitstapje naar de warmtetransitie

Als partner in de energietransitie maken wij soms een stapje zijwaarts; van de opwek van duurzame energie door wind- en zonprojecten naar warmteprojecten. Onlangs hebben we mogen meewerken aan de warmtetransitie voor Yeager Energy. Yeager Energy is een bedrijf dat zich zowel richt op de ontwikkeling van de geothermische warmtebron als ook op het warmtenetwerk. Het proces om uiteindelijk te komen tot de juiste vergunningen, heeft een aantal overeenkomsten maar ook verschillen met het proces om te komen tot de omgevingsvergunning voor wind- en zonprojecten.

Onze bijdrage

Yeager Energy is in het bezit van enkele opsporingsvergunningen om onderzoek uit te voeren naar geothermische warmtebronnen. De volgende stap is om de haalbaarheid van de projecten nader te onderzoeken. Wij zijn hierin als omgevingsmanager betrokken om de diverse stakeholders in kaart te brengen en vervolgens met deze stakeholders gesprekken te voeren. Onze visie hierbij is om samenwerking met de gemeente en andere partijen op te zoeken om zo een open warmte netwerk te creëren.
In de gesprekken die we hebben gevoerd met o.a. woningcorporaties, glastuinbouwers en gemeentes viel het een en ander op. Een van de lessen die we hebben geleerd is dat geothermieprojecten (anders dan de ontwikkelingen van wind- en zonneparken) zijn gereguleerd in de mijnbouwwet[1]. De mijnbouwwet wijzigt waarschijnlijk per 1-1-2023. Ter vergelijk: je kunt voor een zonnepark een omgevingsvergunning aanvragen, verkrijgen en dan bouwen. Voor een windpark komt hier een m.e.r.-beoordeling of PlanMER bij. Bij ontwikkeling van een geothermische installatie moet je veel meer stappen doorlopen:

  1. toestemming verkrijgen om te ontwikkelen door SODM (Staatstoezicht op de Mijnen);
  2. uitvoeren van een QuickScan om de potentie te onderzoeken;
  3. een opsporingsvergunning aanvragen bij EZK vóór het doen van de eerste boring;
  4. nader onderzoeken van de exacte locatie;
  5. SDE-subsidie aanvragen;
  6. omgevingsvergunning aanvragen voor het boren van een put en bouwen van de productie-installatie;
  7. eerste boring uitvoeren – testen – tweede boring uitvoeren- nogmaals testen;
  8. een winningsvergunning aanvragen (inclusief een goed gekeurd winningsplan).

Hierna kan warmte worden gewonnen uit de aarde. Voor het onderhoud aan, of permanent sluiten van een geothermieput, moet opnieuw een vergunning worden aangevraagd.

Het resultaat

Er is nog veel onbekend over de technische uitwerking en de doorlooptijden van het proces. Door de lange doorlooptijd staat er veel druk op de ontwikkelaar om snel tot de juiste vervolgstappen te komen. Deze vervolgstappen moeten binnen 4 jaar worden gezet, omdat anders de opsporingsvergunning mogelijk vervalt. Het gevolg daarvan is dat het project alvast inteert op de 15-jaars termijn van de SDE-subsidie.
De RES Holland Rijnland zet bijvoorbeeld in op de warmteontwikkeling op basis van restwarmte uit Rotterdam, Warmtelinq+ (van Rijswijk naar Leiden). Hiervoor zal een PIP, een NRD en een MER moeten worden opgesteld. Een tijdlijn hiervan is nog onbekend. Een hele uitdaging om voor 2025 te komen tot een omgevingsvergunning!
Er zijn ook overeenkomsten. Voor zowel wind-, zon- als warmteprojecten is het bij een omgevingsvergunning goed om aan te geven wat de maatschappelijke relevantie is (bediening aantal huishoudens), wat de bijdrage is aan de gemeentelijke doelstellingen (opgewekt vermogen) en wat de ruimtelijke impact is (onderbouwing van de bovengrondse locatie).
Wij wensen Yeager Energy veel succes en werkplezier in de vervolgstappen!