Windenergie maakt forse inhaalslag in 2020

Doelen Energieakkoord niet gehaald

 

In 2020 is een recordvermogen aan windenergie gebouwd in Nederland, zo meldt Windstats, de actuele database van windenergiestatistieken van adviesbureau Bosch & van Rijn. In totaal staan er op 1 januari 2021 op land en op zee 2.610 windmolens met een totaal vermogen van 6.719 megawatt (MW). In 2020 is er 2.261 MW bijgebouwd, bijna zeven keer zoveel als een jaar eerder.

Verdeling windvermogen 31-12-2020

Figuur 1: Verdeling van het windvermogen. Peildatum: 31 december 2020.

 

Opgesteld vermogen naar bouwjaar

Figuur 2: De bouw van nieuwe windturbines gaat steeds sneller. Met name wind op zee heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen.

 

Windenergie op land

Op land nam het vermogen toe met 777 MW. Het grootste deel van deze toename komt voor rekening  van de windprojecten die met een Rijksinpassingsplan tot stand zijn gekomen: Prinses Ariane Windpark (voorheen Wieringermeer, 295 MW), Windpark N33 (147 MW) en een gedeelte van Windpark Drentse Monden/Oostermoer, dat in 2021 verder zal worden afgebouwd.

De windturbines op land zijn nu samen goed voor een jaarlijkse productie van ca. 11 TWh aan duurzame elektriciteit.

In het Energieakkoord uit 2013 was de doelstelling om 6.000 MW op land te realiseren in 2020. De teller is echter blijven steken op 4.278 MW. Geen van de individuele provincies heeft zijn oorspronkelijke doel voor 2020 gehaald (zie onderstaande figuur). Wel wordt in 2021 nog eens naar verwachting ca. 1.500 MW aan windvermogen in gebruik genomen, verdeeld over alle provincies.

Opgesteld vermogen naar provincie 31-12-2020

Figuur 3: Opgesteld vermogen per provincie (groene getallen) en het ontbrekende gedeelte voor de provinciale doelstelling voor 2020 (rode getallen). Peildatum: 31 december 2020.

 

Wind op zee

Met de bouw van Borssele I tot en met IV (in totaal 1.483,5 MW) nam het vermogen van wind op zee tot toe tot 2.441 MW. Volgens het Energieakkoord moet dat in 2023 minimaal 4.500 MW zijn. De komende jaren worden nog de windparken van Hollandse Kust (zuid) I tot en met IV (1.400 MW) gebouwd. Hiermee lijkt ook het doel voor wind op zee (4.500 MW in 2023) niet te worden gehaald.

 

Meer stroom met minder molens

Nieuwe windturbines worden steeds groter. In 2000 was een gemiddelde windturbine ca. 75 meter hoog, in 2020 is dit eerder 200 meter. Met de fors toegenomen hoogte produceert een moderne windmolen bijna tien keer meer stroom dan zo’n 20 jaar geleden: meer stroom met minder molens.

Gemiddelde afmeting nieuw gebouwde windturbines

Figuur 3: Gemiddelde afmetingen van nieuw gebouwde windturbines.

 

Toekomst

Het Klimaatakkoord uit 2019 is de opvolger van het Energieakkoord. In het Klimaatakkoord wordt niet meer gesproken over doelen in vermogens, maar wordt een CO2-reductiedoelstelling van 49% in 2030 nagestreefd. Met de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord neemt het aandeel hernieuwbare energie de komende 5 jaar naar verwachting toe tot meer dan de helft. Op dit moment levert windenergie al bijna 10% van het Nederlandse stroomverbruik. Windenergie zal dus ook in het bereiken van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord een cruciale rol spelen.